Jan is weer de ouwe
Blijf op de hoogte en volg Carla en Jan
18 April 2013 | Marokko, Foum Zguid
Dag 22 Jan voelt zich vandaag een heel stuk beter en biedt aan te rijden, zodat Carla alsnog foto’s kan maken van het traject , wat wij deels eergister ook al hebben gereden. Hij wil wel rijden , maar heeft geen trek in fotograferen. Voor wij vertrekken, vullen wij de watertank van de camper, want die is zo goed als leeg. Dat kost aardig wat tijd, want er zit niet veel druk op het water en 200 liter is een aardige plens. Theo’s watertank is ook bijna leeg. De mannen hebben hun slangen gekoppeld om de afstand te overbruggen en hebben afgesproken op elkaar te wachten. Relaxed begin van de dag met een kop koffie erbij. De camping stroomt leeg. Aanvankelijk komt er geen water uit de slang. Wat blijkt: er staan campinggasten op de slang hun gieter of emmer te vullen of de vaat te doen of gewoon een praatje te maken. Dat werkt, maar niet heus! Als het water fatsoenlijk loopt, komt de een na de ander en stapt op de slang bij een laatste bezoek aan het toilet of rijdt met zijn wagen over de slang om de camping te verlaten. Een mens leert ervan: je blokkeert de weg met de krukjes van de camping, dan stappen meer mensen over de slang in plaats van erop en kunnen ze niet snel met hun vehicle doorrijden. Er is een remedie: even afkoppelen als de auto nadert en als de auto is gepasseerd weer opnieuw koppelen, om als het nodig is, weer de riedel te herhalen. Zo gaat dat heel wat keertjes opnieuw. Zo raakt je slang gelukkig niet gemolesteerd! In de kantine net voor de rotonde slaan wij drinkwater flessen in voor onderweg, want wij gaan naar een dunbevolkt gebied waar het onherbergzaam is, waar woestijn en bergen elkaar ontmoeten. Tot nu toe wordt de steenwoestijn onderbroken door groene oases, waar graan- en gerstveldjes worden beschermd door de dadelpalmen. De versterkte dorpen in en rond de palmbossen boden bescherming tegen aanvallen door nomadische stammen. Langs steile kloven en dorre heuvels. Veel rivierbeddingen hebben wij doorkruist. Wanneer wij Zagora hebben verlaten, rijden wij het laatste deel van de weg van eergister terug tot Agdz. Er is geen andere weg voor de camper! In Agdz nemen wij de weg naar Tazenakht/ Bouazzer wegnr R108. Wij hebben gezorgd dat onze dieseltank goed vol zit. Voorlopig is er geen brandstofstation. Slecht wegdek. Zo verlaten als wat! Herders met en grote kudde kamelen met heel veel witte jonkies rennen naar ons toe en vragen om water en brood. Wij geven twee herders beiden een fles water en delen ons brood met hen, maar zij willen ook graag de andere helft. Waarom het brood doorgesneden, vragen zij met woorden en gebaren. Wij wijzen op onszelf : wij willen ook eten, niet alleen zij! Je kunt het natuurlijk allicht proberen… Het is warm, 28,5 gr C. Begrijpelijk, dat een fles water erin gaat als koek. Maar trek hebben zij net als wij. Ze hebben mazzel dat Jan yoghurt eet en geen brood en zij zijn portie hebben gekregen… Wij ontmoeten nog meer nomaden die vragen om drinken en brood. Kennelijk is er hier veel armoede. Jan ziet ondervoede kindertjes , maar eveneens volwassenen met duidelijke tekorten, die er niet bepaald florissant uitzien. Waar moet je in deze dorheid in feite van leven? Een moeilijk bestaan! Het is een apart landschap, wat ons boeit, maar wij zouden hier niet willen leven. Wat een geluk, dat onze wieg in Nederland heeft gestaan! Als wij Foum Zguid bereiken, gooien wij de tank vol met diesel. In een kantine kopen wij water voor onszelf en de herders, die wij morgen hoogstwaarschijnlijk ontmoeten op onze weg. Willen wij niet ook melk of yoghurt en brood en sardientjes of tonijn vraagt de man en zet ondertussen de hele sortering op de toonbank! Oké, wij slaan nog wat in om de man te plezieren. Hij helpt alles in de camper te zetten en bekijkt ondertussen heerlijk ongegeneerd het interieur. Hij is niet de eerste die het zo aanpakt. Geef hem eens ongelijk. Met plezier zwaait hij ons uit. Op naar de camping aan het einde van het dorp en ons op de voorhof geïnstalleerd met de langere campers. Een camper met aanhanger stuift de camping op en racet naar achter op het terrein. Niet normaal! Het blijkt een Noor te zijn, als wij nog even een rondje camping doen. Geen vriendelijke man, die onze groet niet beantwoordt. Een ieder gegroet en tegelijkertijd bedankt voor de ansichtkaart met de goede wensen voor Jan. In feite is deze camping leuk opgezet. Het sanitair is minder, maar keurig schoongemaakt. Kennelijk heeft de jongen, die het beheer heeft, dit geregeld. Hij helpt Jan de reisleider, die de volgende camping in Akka niet telefonisch kan bereiken, daar hij een Arabische boodschap krijgt. De jongen regelt, dat er morgen iemand op de gemeentelijke camping in Foum Zguid zal zijn om ons onderdak te verschaffen en wij niet buiten het hek hoeven te staan, omdat men de afspraak voor ons verblijf heeft vergeten. De reisleider is blij met zijn hulp en maakt uitgebreid een praatje met hem. Hij blijkt tweedejaars rechtenstudent te zijn. Dit verklaart het grote verschil! Doorgaans moet Jan zelf uitrekenen voor de campingbeheerder, hoeveel hij voor de groep moet betalen, omdat zij meestal niet kunnen rekenen, maar ook niet met een calculator kunnen omgaan. Het is 26,5 gr C als wij arriveren om een uur of vijf! Eerst de vaat wegwerken om ruimte bij de aanrecht te creëren. Waar is het groene afwasteiltje? Aan de palmboom in Zagora! Vergeten binnen te halen voor het vertrek. Te relaxed! Gelukkig hebben we een zelfde wasteiltje voor de kleren! Dit probleem opgelost. In Marokko kan je doorgaans je vaat niet op de camping bij een keukenblok afwassen en moet je dit in je eigen camper doen met een vrij kleine hoeveelheid water en gebruiken wij dit opvouwbare teiltje voor opsparen van de vaat , afwassen en bescherming van het gootsteentje tijdens het rijden, als de gebruikte zaken meehobbelen in de wasbak. Als wij willen eten is het reeds afgekoeld en te koud om buiten te eten. Jammer, maar het slaapt des te lekkerder!